ZIEL | Wie ben ik....

…als ik geen koelkast ben?

 

Heb je weleens stilgestaan bij wie je echt bent, voorbij de taal die je gebruikt om jezelf aan te duiden? Geen idee wanneer ik voor het eerst het woord ‘ik’ uitsprak. Waarschijnlijk was ik een jaar of twee. Kinderen beginnen met het gebruiken van hun eigen voornaam om naar zichzelf te verwijzen en gaan later woorden als ‘ik’ of ‘mij’ gebruiken. Het zichzelf aanduiden met ‘mij’ of ‘ik’ laat zien dat het kind inzicht krijgt in dat jij en ik te onderscheiden zijn. Minstens zo belangrijk is dat ze snappen dat verschillende personen met dezelfde namen worden aangeduid: ik praat over mezelf als ‘ik’ en jij praat ook over jezelf als “ik” en dat zijn dus verschillende personen. Als we onszelf met ‘ik’ gaan aanduiden dan is zelfbewustzijn ontstaan (bron: https://www.ncj.nl/43-noemt-zichzelf-mij-of-ik/).

Zelfbewustzijn is je bewust zijn van jezelf. Nu vind ik het bizar dat ik die uitleg ooit aannam als gegeven. Tijdens mijn studie psychologie leerde ik dat Freud sprak over Ego, humanisten over het Zelf en er was discussie over nature en nurture. Verschillende stromingen met uiteenlopende visies op het zelf, maar dat er een zelf, een ik was, daaraan twijfelde ik niet.

Pas enkele jaren geleden, toen ik me ging verdiepen in de boeddhistische psychologie en kwantumfysica, realiseerde ik me dat ik het bestaan van een ‘ik’ zomaar had aangenomen. Iets wat een soort van permanentie heeft over tijd en ook over verschillende situaties heen: ik herken mijn collega immers als we elkaar lang niet gezien hebben. Of als we elkaar tegenkomen bij de supermarkt of in het theater, in plaats van op het werk.

Maar is er wel permanentie en een eigenstandig ik? Boeddhistische of Aziatische psychologie stelt dat het idee van een ik zorgt voor problemen: ‘No Self, no problem’. Bedoelen ze daarmee dat ik niet besta? Nee. In het Boeddhisme draait het om leegte. Niet zoals een koelkast leeg kan zijn, maar leegte in de zin van potentie hebben: meebewegen met wat zich aandient. Dobberen op de golven in een zee van mogelijkheden. Dus niet gegoten in beton, niet ingevuld, maar open voor wat zich aandient.

Praten over een ik is een kwestie van taal. Mijn brein gebruikt concepten om mijn werkelijkheid te creëren.  Het ik bestaat alleen als er een ander is waartoe ik me verhoud en onderscheid. Ik ben omdat wij zijn: inter-being.

Nu kan ik me niet meer voorstellen dat er iets is als een eigenstandig en permanent ik: alle cellen in mijn lichaam zijn al eens vervangen of op z’n minst gemuteerd. Mijn brein verandert voortdurend, dus wie ben ik? Ik ben mijn eigen verhaal, gebaseerd op context. Leeg, met potentie, net als jij.

Wow. Stel je eens voor wat het zou betekenen als we allemaal leeg waren, zonder ego. Dat we ons realiseren dat er pas een ik is als ik zelf begin onderscheid te maken tussen jou en mij. Een onderscheid aangebracht door taal in mijn brein. Wat zou dat een hoop strijd en lijden overbodig maken…     

*

Agnes Schilder



Agnes Schilder is psycholoog. Ze is als hogeschooldocent verbonden aan de Hanze en NHLStenden, coach bij Boven het maaiveld Coaching en ACT too. Haar belangstelling gaat uit naar de toegepaste, positieve en boeddhistische psychologie en daar vertelt ze graag over.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.