Theater | Frozen
Vriendelijke schrijfmakker,Van de week schoot ineens ‘Nou tabé dan, ik groet je…’, dat lied uit De Jantjes in mijn hoofd. Een heerlijke tranentrekker.En ik begon op mijn zalige leesstoel, met poes Doortje op schoot, te mijmeren over woorden als ‘tabé’, ‘vaarwel’, ‘tot ziens’… Misschien vanwege het gegeven dat we het eind van het jaar naderen, de vallende bladeren, een vriend die ongeneeslijk ziek is…. Het buitelde door elkaar… en bracht mij tot de gedachte: Is vaarwel zeggen een eind- of een tussenstation?En wie of wat bepaalt dat? De tijd? De plek?Na elke reeks voorstellingen van mijn Theaterprojectgroep SPIN, waar steeds weer andere mensen meespelen, zeg je ‘tot ziens, het was leuk!’ Maar sommigen zie je nooit meer, dat is dus eigenlijk ‘vaarwel’.En toen ik in het voorjaar afscheid nam van vier heerlijke weken op het Thaise eiland Koh Phangan zei ik ook ‘Tot ziens’. Maar ik wist dat dit wel degelijk een ‘vaarwel’ was. Ik ga waarschijnlijk nooit meer terug naar het heerlijke huisje in Frankrijk, waar ik zalige vakanties heb beleefd. Gelukzalige momenten. En toch zei ik ‘Tot ziens!’Het verlangen en het niet kunnen, durven toegeven, dat dit een echt afscheid was. Een afgesneden zijn. Het emotioneert mij nu ineens weer.Dan maar even iets leuks hier ‘op papier’: we hebben in Nederland een uitdrukking die betrekking heeft op Heintje Davids. Onze generatie kent die uitdrukking wel: iemand die steeds weer opnieuw terug kwam op het toneel, zij kon geen afscheid nemen.En dan kom ik weer terug bij De Jantjes, waarin zij op onnavolgbare wijze de rol van Na Druppel vertolkte! En daarin zong ze: Omdat ik zoveel van je hou. Wat een bijzonder mens was dat!Ik denk dat ‘vaarwel zeggen’ dieper gaat dan afscheid nemen, Jan-Simon. Het geeft ook iets positiefs mee. Omdat ik zoveel van je hou, wil het zeggen.
Chiel en Jeroen in het (songfestival)leven van Eurovisie-icoon Sandra Reemer. Samen met haar broer Frenk Reemer en goede vriend Peter Derksen worden de drie deelnames van Sandra (1972 met Andres, 1976 en 1979) besproken. Herinneringen worden opgehaald en geruchten worden bevestigd en ontkracht. Was de band met Andres (Dries Holten) écht zo slecht? Hoe zat het nou met ‘Xandra’; vanwaar deze ommezwaai in het laatste jaar van de seventies, hoe reageerde de pers hierop en heette Sandra in het echt ook Xandra? Verder zijn er gastbijdrages van Ferdi Bolland en Addy van den Krommenacker, die liefdevolle anekdotes ophalen aan de populaire zangeres die op 6 juni 2017 overleed.
Tekening: Kaneesha
Draden van gelijkgestemdheid,van sympathie, van empathie, van menselijke connectie;van connectie met dieren,met dingen, met plekkenZe zijn er, onnoembaar veel:liefde, genegenheid,verliefdheid, verlangenWees voorzichtig,ongezien kun je ze-per ongeluk óf moedwillig-verbreken,ongezien leed
Artistiek leider en schrijver Ralph Remers en acteur Diego Best over de voorstelling ‘My Nights with Noah’ van Strike Me Pink ProductionsTwee dagen voor de première heb ik in een café in Amsterdam afgesproken met artistiek leider en schrijver Ralph Remers en acteur Diego Best. Remers vertelt eerst iets over het ontstaan van zijn jonge Engelstalige theatergezelschap.
Lieve jonge, oude man,Sinds ik, door evenwichtsproblemen, met een stok loop merk ik dat er vriendelijker naar mij wordt geknikt. Soms knoopt men zelfs een praatje aan. Een paar dagen geleden liep ik door het winkelcentrum, met stok en boodschappentas, toen ik werd aangesproken door een klein meisje: ‘Mijnheer, bent u gevallen?’‘Nee hoor, ik doe juist heel erg mijn best om niet vallen!’Ze bekeek me nog eens heel goed.‘Mijn opa is gevallen, en nu loopt hij met een stok.’‘Had hij zich bezeerd, jouw opa?’‘Weet ik niet.’De moeder van het meisje kwam aanrennen.‘Je moet bij me in de buurt blijven! Viel ze u lastig meneer?’Haar stem was nogal snauwerig van toon.‘Nee hoor, uw dochter maakte een praatje met me, heel lief.’‘Die meneer is niet gevallen, en hij loopt toch met een stok!’De moeder gaf een verontschuldigend lachje en riep:‘Ja, kom nu maar mee!’‘Dag meneer,’ zei het meisje.‘Hoe heet je?’ ‘Janneke.’ ‘Dag, Janneke.’ Ze zwaaide.Ik zwaaide, met mijn stok. Niet zo handig, bijna lag ik op mijn snufferd.Ik ging door naar de viswinkel, waar ik elke week kom. Reuze aardige vrouwen werken daar. Ik werd zoals altijd vriendelijk begroet. ‘Hé, loopt u met een stok? Niets ernstig, hoop ik?’‘Ach wat last met mijn evenwicht, verder gaat het wel goed hoor.Ze knikte. ‘Kabeljauw gratin?’, vroeg ze. Ik neem vaak hetzelfde. Alle drie de dames van het bedienend personeel riepen ‘Tot ziens, fijne avond!’.Daar ging ik oude man met stok. Je ziet, lieve meneer René, er is nog heel veel aardigs op de wereld. En met een stok hoef je dus niet altijd te slaan.Met een zwaai, Jan-Simon
Onlangs plaatsten we al de release van de nummers die bij de korte film ‘Things I Would Tell Mij Dad’ horen van Ricky Sheridan. Vanaf januari gaat hij verschillende theaters en filmhuizen in om deze nummers ook live te zingen en de film te laten zien. Herkenbaarheid was iets wat gelijk bij mij naar boven kwam toen ik de film en de nummers mocht kijken en beluisteren.
Foto: Lotte Dale
Waar ik opgroeide hield iedereen van elkaar. We begrepen het leven en wisten hoe de toekomst eruit zou zien. De wereld ging onherroepelijk kapot, maar wij zouden veilig zijn in de liefde van God. Maar net als in zoveel sprookjes, is niets wat het lijkt. De liefde bleek voorwaardelijk, de toekomst gelogen. Nu sta ik keer op keer met mijn neus tegen de etalageruiten van het leven gedrukt. Ik kijk naar het aanbod achter glas. Mooie mensen met mooie idealen en dromen. Ik zie veel groene harten. Ik wil ze aanraken, meedoen. Maar waar moet ik beginnen? Waar pas ik bij? En waar is het gevaar? Wat als ik weer weg wil, omdat ik toch niet pas?Een ruitje verder wordt het grimmig. Mensen met een boze mening. Mensen met een tas vol oordelen en opgeheven vuisten. Bang voor wat ze misschien wel wordt afgenomen, niet bereid te delen. Samen spelen, samen delen…hoe oud zijn mensen eigenlijk als ze dat vergeten?Nog een ruitje verder. Alle kleur is nu verdwenen. Ik zet een stap naar achteren in de hoop iets te onderscheiden. Mijn hart voelt koud. Pijn. Ik kijk naar vliegtuigen, bommen, ingestorte gebouwen, puin. Het enige licht komt van het vuur, dat brandt in de puinhopen. Ik knijp mijn ogen dicht en buig mijn hoofd. Schuifelend door naar de volgende ruit. Mensen in de rij. Daar staat angst, daar staat trauma. Ik zie verdriet, ze staat daar met gebogen hoofd. Ik zie mensen in gevecht, met hun diagnose, omdat ze nog niet geleerd hebben hoe ze samen kunnen bestaan. Ze wachten. Allemaal in de rij. Omdat ze met meer zijn, omdat ze te veel zijn. Hulp is duur en er is niet genoeg plek voor iedereen. Ik kijk ze allemaal even aan. Ik hoop dat ze in mijn ogen, mijn bewondering zien. Bewondering voor de moed om hulp te vragen. Ook al is de hulp zo schaars. Ik hoop dat ze een beetje aanmoediging zien en een heleboel liefde. Het kost mij niets dat beetje steun. Ik raak niets kwijt door het te geven. Een sprankje hoop fladdert door mijn hart. Is er dan toch een antwoord?De laatste ruit. Ik durf nog niet goed te kijken, maar ik voel de warmte door het glas. Als ik opkijk zie ik regenbogen, glitters en liefde… zoveel liefde. Ik zie mensen. Kleur, voorkeur, gender, mentale- of fysieke gezondheid…in deze ruit doet het er niet toe. In deze ruit is iedereen gelijk, iedereen welkom en met iedereen wordt rekening gehouden. De liefde die ze delen, straalt als een warme zon om hen heen. Hier wil ik zijn. Op een klein bordje aan de gevel staat in sierlijke letters: “Liefde is geduldig en vol goedheid. Liefde oordeelt niet en kent geen afgunst. Liefde maakt geen onderscheid. Liefde vermenigvuldigt zich als het gedeeld wordt.” Dat is het antwoord. Het antwoord is liefde. Liefde voor jezelf, liefde voor de ander. Liefde voor het leven en liefde voor de wereld om je heen. Het lijkt zo ontzettend gemakkelijk. Waarom gaat het dan steeds zo gruwelijk mis? En hoe maken we het weer beter? Zijn de lieve mensen nog steeds met meer? De wereld voelt steeds zwaarder. Het wordt me allemaal een beetje te veel. Genoeg gewinkeld, ik ga naar huis. Naar de plek die veilig is. Ik ben moe en nog steeds een beetje angstig, maar in mijn hart gloeit een klein sprankje hoop. Als alleen al een paar mensen steeds een klein vonkje liefde afgeven, ontstaat er vanzelf een keer een vuur. En als we dat vuur blijven voeden, dan zal het blijven branden. In alle schitterende kleuren van de regenboog!*
Liefde op het eerste gezichtOgen zien elkaarSprankelenSmeltenSamenVerliefdheid wordt liefdeOf nietLiefde zien anderen nietVeranderen in verdriet ook nietVoelen is niet zienWeten is niet zienEen hart heeft geen ogenMaar weet ongeZIENDat liefde verandertVerdwijntEn toch altijd blijft