OngeZIEN | Lente
Lieve schrijfvriend René,Nu mijn jaren beginnen te tellen merk ik dat ik minder plannen maak dan vroeger. Ik was gewend om altijd bezig te zijn met de toekomst, met het maken van een plan voor bijvoorbeeld een elpee, een theaterstuk, een boek. Altijd bezig met bedenken wat er moest gebeuren de komende maanden. Het gaf mij grote vreugde om dingen ‘op de rails’ te hebben. Ik was altijd druk, dat wilde ik ook.Dat ging door tot ik tegen de vijftig liep. Toen kreeg ik een klap. Ik was totaal overwerkt en zat even helemaal vast in het gevoel van ‘wat nu’? Ik heb ter gelegenheid van mijn vijftigste verjaardag nog een bundel uitgebracht met vijftig teksten om mijn halve eeuw te vieren. Die bundel kreeg ook de naam ‘Vijftig’. Daarna heb ik twee jaar in een burn-out gezeten. Nou ja,van zitten kwam niet altijd wat.Opeens had ik geen werk, en dus geen inkomen. Schrijven en fantaseren lukte niet meer. Ik was niet verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid, ik kwam niet in aanmerking voor een uitkering, maar er moest wel brood op de plank komen. Ik ben toen elke zondag, en soms ook zaterdag, op rommelmarkten gaan staan met spullen die ik nog had, en toen die op raakten ben ik gaan inkopen. De kringloopwinkels werden mijn redding. Ook kreeg ik spullen van vrienden. Zo herinner ik me dat Liesbeth List en haar man een keer naar mijn huis kwamen met een auto vol spullen (uit het ouderlijk huis van Liesbeth). Maar ook anderen hielpen mij aan ‘handel’. Het waren lange dagen, vroeg op en laat thuis. Soms een goede verkoop en soms erbarmelijk. Stressvol. Niet goed met een burnout. Ik had dus een soort weekend-werk, en door de week kon ik dan burn-outen! Uiteindelijk ben ik die twee jaar zonder kleerscheuren doorgerold en begon ik langzaamaan weer gewoon te werken. Ik begon te regisseren, en ook het schrijven kreeg weer een plekje in mijn leven. Deze zomer word ik vijfenzeventig en denk ik na over eventueel een nieuwe bundel met vijfenzeventig teksten. To do or not to do, dat is de vraag?Ik wik en weeg, maar vind het lastig om maanden vooruit te denken. Ik heb dat met meer zaken. Ik vind het al mooi dat ik weet wat ik volgende week ga doen, maar volgende maand? Geen idee. Jonge mensen doen tegenwoordig dure workshops om te leren leven in het hier en nu. Ik ben daar momenteel ook aardig goed in.Ik leef in het nu, min of meer noodgedwongen. Het heeft voor mijn gevoel alles te maken met het tellen der jaren.Ik ben benieuwd, lieve vriend: ‘Hoe ga jij om met die jaren die maar tellen en tellen?’Warme groet, Jan-Simon.
Ongemerkt gaan de cycli
Gisteren in Den Bosch voelde ik het weer: die kriebels. Die onbedwingbare drang om mijn boerenkiel vol te plakken met emblemen met de tekst ‘Maauwe meude mèèrege’, met de blaaskapel van kroeg naar kroeg te lopen, en de rood-wit-gele sjaal -in een poging de schorre kanarie de volgende dag te voorkomen- om mijn nek te gooien. En ja, Floor, ik heb jouw column gelezen. Met ietwat fronsende wenkbrauwen. Ik begrijp dat je carnaval niet begrijpt, het zit jou niet in het bloed. En dat is waar wij, ondanks alle overeenkomsten, van elkaar verschillen. Carnaval is meer dan een spijker in de kop voor jongeren of een fysiek mijnenveld voor ouderen. Dat is een Michelin restaurant beoordelen op de prijs van het water. Vergeet niet dat het leven een feestje is en dat je zelf de slingers op moet hangen. En laten we met carnaval nou omkomen in de serpentines! Wonen in het noorden is prima hoor, maar carnaval? Dat snappen ze hier niet. Hier is ‘carnaval’ iets wat je op tv ziet, met een schuin oog, terwijl je aan je AVG’tje zit. Geen gezelligheid met een zachte G, geen polonaise, geen vrienden maken met complete vreemden op basis van overeenkomstige emblemen op de kiel en geen gedeelde humor die ze alleen in het zuiden begrijpen. In Oeteldonk is alles anders. Daar is een ‘oudere man op stap’ niet gek, maar een doorgewinterde veteraan van het leven. En soms een bloemetjesgordijn. En een kater? De beste remedie is een pilske. En ik hoor de kritiek heus wel: ‘Moet dat nou, op die leeftijd?’ Maar wat is het alternatief? Met een dekentje op de bank naar ‘Tussen Kunst & Kitsch’ kijken? Hoofdschuddend naar de hossende menigte turen en klagen dat ‘vroeger alles beter was’? Nee joh. Carnaval is hét moment om nog even te voelen dat je leeft, met een biertje in de hand en een arm om de schouders van een onbekende die nu je beste vriend is. Proostend op het leven! Dus voor iedereen die twijfelt: trek die kiel aan, gooi die sjaal om en ga mee. Want liever een stijve rug van het dansen dan een stijve nek van het hoofdschudden. Zak ’s lekker deur! Alaaf!
Onlangs sprak ik met Eric-Jan Kaat Wichers en Ellen Walhout-VielEric-Jan startte onlangs een uitvaartonderneming, Honorem Ultimum. Vertaald uit het Latijn betekent dit: Laatste Eer. ‘Dat is wat ik met dit werk wil doen: iemand de laatste eer bewijzen in alles wat er mogelijk is.’