Herdenken. Of is het overdenken, Jan-Simon, briefvriend?
Ik herinner me heel veel, soms te veel. En soms wil ik een herinnering herdenken.
Er extra aandacht aan besteden. Niet steeds weer opnieuw, zoals de jaarlijkse Dodenherdenking, elke vierde mei opnieuw. Heel belangrijk, absoluut, zeker voor het collectief geheugen.
Nee, een herinnering aan een bijzonder moment, soms fijn maar soms ook minder fijn. Een leermoment of een lustmoment. Die heb ik allebei steeds minder. Maar allebei wel intenser. Dat zijn dan ‘dingen’, die ik graag nog eens over denk, her denk.
Heb jij dat ook? Of ben ik de enige die dat doet? Door mijn leeftijd, sentimenteler misschien ook?
Ik denk het niet, ik had het vroeger soms ook. Bepaalde herinneringen bleef ik maar oppoetsen, herdenken. Een zonsondergang aan zee, een prachtige vogel in de dierentuin, ik noem maar wat.
En het mooie was, dat die herdenkingen mij altijd even oplichtten uit de sleur van alle dag. Soms ook herinneringen aan mensen van vroeger, al is het een gebaar of een blik.
Eigenlijk voel ik me hierdoor een rijk mens. Ik beschik over een bijna onmetelijke voorraad aan herinneringen. En soms poets ik er eentje op en dat is dan een herdenking.
Hoe noem jij dat, Jan-Simon? Of benoem jij het niet.
Ben benieuwd, vriend.
Tot schrijfs,
René.
Lieve René, lieve Denker,
Ik ervaar herdenken, zoals bijvoorbeeld op 4 mei, als iets moois dat vooral met vroeger heeft te maken.
Ons gezin: we hielden ons stil bij de radio, want dan wisten we precies de tijd. Wij bezaten toen nog geen televisie. Onze ouders hadden verteld over de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Ik dacht als lagere schooljongen: ‘Aan wie moet ik denken?’ Ik kende geen mensen uit de oorlog.
Ik kende wel verhalen over onderduiken, de Hongerwinter en een verschrikkelijke man die Hitler heette. Later op de middelbare school kreeg alles meer betekenis, maar als kleine jongen zat ik samen met mijn zusje voor het raam om te kijken welke auto’s er wel en niet aan de kant van de weg gingen staan om te herdenken. We telden de auto’s die doorreden.
Het woord ‘aandenken’ heeft voor mij een grote waarde. Zo heb ik spullen van mijn oma’s, naaidoos en naaldenkoker bijvoorbeeld, als een aandenken. Ook de broche waarmee mijn opoe haar zondagse sjaal bij elkaar hield is voor mij een dierbaar aandenken.
Overdenken is mij ook niet vreemd, lieve briefvriend. Dat heeft, denk ik, inderdaad te maken met ouder worden. Ik overdenk nogal eens wat. Opeens herinner ik me gebeurtenissen waarvan ik dacht dat ik ze was vergeten. Zoals een kampeervakantie met een vriendje, we hadden verkering, maar waren allebei nogal jong en wild. Op een avond, terug van het washok gekleed in alleen een korte broek, werd ik uit de tent (in de tent) gelokt door een prachtige Italiaanse jongen. Ik ging er op in, maar voelde mij, achteraf, knap lullig. Ik had een paar schuldige vakantiedagen. Toen ik het niet meer voor me kon houden en mijn vriendje vertelde over mijn strapatsen, begon hij te lachen. Ook hij bleek de tent ingelokt! We hebben het afgezoend en nog een sprankelende vakantie gehad.
Warme groet,
Jan-Simon.
Jan-Simon Minkema en René Roza
Samen hebben zij op de vijftiende van de maand hun eigen item. Zij ZIEN namelijk van alles, maar hebben allebei hun eigen blik op de wereld. De briefwisseling die hieruit voorkomt is elke maand te lezen hier bij ZIEN. Ze zijn dan wel beide 70+, maar nog lang niet uitgeschreven.
Reactie plaatsen
Reacties
Wat leuk René en Jan-Simon. Bedankt voor de tip.
Ik had er geen weet van, maar vindt zulke overpeinzingen wel leuk om te lezen. Dus ik blijf het ZIEN.