Wat moet ik met die troep
Door Karin Kallenberg
‘Ik heb een pakje voor u, mevrouw.’
De bezorger kijkt me glimlachend aan. Onder haar oranje PostNL-pet steken rode krullen uit, ze passen bij de sproeten op haar neus. Uitnodigend houdt ze me een pakketje voor. Ik aarzel.
Ze beweegt de doos heen en weer. De inhoud rammelt. Het is alsof ze met een etensbakje de hond lokt. Stram blijf ik bij de voordeur staan.
‘Altijd leuk om post te krijgen toch?’
‘Het is voor Valentijn en dat kan me gestolen worden.’
‘Hoe weet u…’
‘Het is altijd voor Valentijn.’ Ik haal mijn schouders op. ‘En daar heb ik niets mee.’ In haar ogen zitten zwarte spikkels. ‘Jij wel?’
‘Uh… Neuh…’ Ze bestudeert het etiket op de doos. Weer rammelt ze ermee. ‘Dus deze gaat retour?’
Ik steek mijn hand uit. ‘Geef maar. Ik leg het wel op de stapel.’
Om dat goddelijke lichaam nog sexyer te maken
Vorige week begon de jaarlijkse pakjesstroom, altijd goed voor een kennismaking met de bezorgers van de buurt. Ik loop met het pakje naar de kamer. Zo te voelen zit er iets zwaars in. Ik zet de doos op tafel en maak hem open. Bovenop ligt een kaart van Marilyn Monroe bloot op een kleed van rode rozen. Om dat goddelijke lichaam nog sexyer te maken luidt de handgeschreven tekst. Er staat geen naam onder. Valentijnboodschappen zijn per definitie anoniem, dat maakt dat hele Valentijngedoe dubbel zo irritant. Ik scheur het noppenfolie stuk. Er komen twee twee halters tevoorschijn, felroze van kleur. De gever heeft de fijngevoeligheid van El Chapo.
Vandaag is het rustig met de pakketpost. De hele ochtend heb ik kunnen doorwerken aan de belastingaangiften van maar liefst drie cliënten. Mijn bureaustoel schuif ik achteruit en ik wrijf in mijn nek. Het is twee uur, ik heb nog niet eens geluncht. Ik smeer boter op een boterham als de oranje-witte bestelauto stopt. Er stapt iemand uit, een bovenlichaam duikt de laadruimte in. De benen in de zwarte broek monden uit in twee mollige billen. Ik loop naar de voordeur. Het is die nieuwe weer, die rooie.
Ze heeft twee doosjes in haar hand en pakt de scanner uit haar zak.
Ik laat mijn armen slap langs mijn lichaam vallen. ‘Wat moet ik met die troep? Vertel me eens…’ Mijn ogen zoeken een naamplaatje op haar oranje-blauwe jack, maar daar doet de post niet aan.
‘Maaike,’ zegt ze en ze houdt me de scanner voor. ‘Deze is aangetekend.’ Met mijn vinger zet ik een krabbel. ‘Misschien vindt u het dit keer wel leuk wat er in de pakjes zit.’
‘Pfft… Weinig kans. Het is nooit leuk. Ik heb nog nooit…’
Ze bergt de scanner op en loopt weg. ‘Veel plezier ermee.’
Ik snel achter haar aan en pak haar bij een mouw. ‘Je gelooft me niet, hè? Je moet voor de lol eens komen kijken.'
Die rondingen van jou veroorzaken aardig wat golfslag in zee. En deining in herenpantalons
Maaike veegt haar voeten voor ze binnenkomt. In de hoek van de kamer staat een piramide opgestapeld. Dozen bonbons, speelgoedknuffels, kanten lingerie, kaarsen, kandelaars. Boven op een ongeopend pakket zit een beer met in zijn poten een rood satijnen hart. Ai luf joe staat erop.
Maaikes mond valt open van verbazing.
‘Gelukkig werk ik thuis, anders zou ik steeds naar een pick-up point moeten om al die pakketten op te halen. Als die weldoeners nou nog smaak hadden… Tegen een ring van de goudsmid, of een voucher voor een vakantie op Hawaï heb ik geen bezwaar.’
‘Jezus,’ zegt ze.
Aan zijn poot trek ik een speelgoed giraffe uit de piramide en gooi hem op de bank. ‘Die mag me wel gezelschap houden vanavond.’
Ik wijs naar de berg. ‘Wie dóen dit?’
Ze lacht. ‘Mannen die je mooi vinden. Kijk naar jezelf, Astrid. Je bent wat kerels een stoot noemen.’
Hoe weet ze mijn naam? O ja, van al die pakjes natuurlijk.
‘Die rondingen van jou veroorzaken aardig wat golfslag in zee. En deining in herenpantalons.’
Het T-shirt spant om mijn 75 G cup en ik weet dat ik een zandloper ben met een geprononceerde kont, maar moet ik dan in een juten zak gaan lopen? Of in een ton met banden over mijn schouders? Ik zou al die aandacht complimenteus vinden als ik op mannen viel. Maar de aanblik van een sixpack of het gevoel van een stoppelbaard tegen mijn wang laten me volledig koud.
‘Dus, wat moet ik ermee?’
‘Op Marktplaats zetten. Verpats het en van het geld ga je met iemand op date. Treft het toch nog doel, al is het via een omweg.’
Een paar dagen later ruim ik de afwasmachine uit. Als ik het bestek in de la doe, zie ik dat er roestplekjes op de messen zitten. Sproeten. Zou Maaike nog komen vandaag? Sneeuwvlokken vallen gestaag en hebben de straat een dikke laag poedersuiker gegeven. Er wordt nu zeker geen post bezorgd? Voor de tweede keer die ochtend check ik of er brieven op de mat liggen.
Geef mij maar een Valentina
De bel gaat. Ik kijk uit het raam. De postbode bij het busje zwaait naar me.
‘Wat is dít?’ roep ik uit. In de sneeuw loopt een druk spoor schoenafdrukken, van en naar het busje. Naast de voordeur staan vier dozen.
‘Ja, de Casanova’s doen hun best,’ zegt Maaike. Op haar schouders en pet ligt sneeuw. Haar neus is rood. Aan beide wimpers kleeft een sneeuwvlok.
‘O, je bent helemaal koud. Kom even binnen.’
Ze doet haar Timberlands uit. Sneeuw valt en smelt op de mat.
Met een pot vers gezette thee kom ik de kamer in. Op de salontafel schuif ik de anthurium in cellofaan met strik opzij.
‘Deze werd vanochtend door de bloemist bezorgd. Misschien kan ik de buurvrouw er blij mee maken.’
Ik schenk in en ga tegenover Maaike in een stoel zitten. We kijken naar de vier nat gesneeuwde dozen die naast de pakjespiramide staan.
‘Godsamme.' Ik breng mijn mok naar mijn mond. ‘Wat is dit toch een stupide, commercieel gedoe. Ik hou helemaal niet van Valentijn.’
Tegelijk nemen we een slok van de dampende thee. Over de mokken vinden onze ogen elkaar. Er verschijnt kippenvel op mijn armen. Het blijft doodstil in de kamer.
‘Ik ook niet,’ zegt Maaike opeens. ‘Geef mij maar een Valentina.’
Als ze haar thee doorslikt klinkt dat zo luid alsof ze al bij me op schoot zit.
Reactie plaatsen
Reacties
Fantastisch Karin!!